Op bezoek in een dorp

Vrijdag 29 juni 2012

De volgende twee kinderen die ik bezoek, wonen in een dorp dat aan Ouarzazate is vastgegroeid. Het leven is er anders dan in de stad. De mensen wonen niet alleen met hun gezin in een huis, maar met de gehele familie. Als eerste gaan we naar Hamid. Meryam, de secretaris van de oudervereniging gaat bij deze bezoeken met me mee en helpt me de gesprekken te begrijpen. Hier hebben de straten geen namen maar moeten we aan de taxichauffeur een nabijgelegen winkeltje of meloenenverkoper opgeven. De taxichauffeurs kunnen deze moeiteloos vinden en dan vragen we daar naar het juiste huis. Er is altijd iemand die even meeloopt, want in een dorp kent iedereen elkaar. Het valt me op hoeveel gehandicapte kinderen we tegenkomen onderweg. Ik was al twee keer bijna op de verkeerde afgestapt, voordat we het goede huis bereiken.Bij Hamid worden we ook weer in de mooie kamer ontvangen. Dat is een beetje ongemakkelijk want midden in de kamer ligt grootvader te slapen. Die is ziek en ligt naast de ventilator bewegingloos op de grond. Het familieleven speelt zich er moeiteloos omheen af en gaandeweg vergeet ik de aanwezigheid van grootvader bijna, totdat de ventilator uitvalt en de arme man begint te kreunen. Hamid is gekleed in een mooie glimmende djelleba die hij voor de feestelijke gelegenheid van het buitenlandse bezoek heeft aangekregen. Hij durft de kamer bijna niet binnen te komen, in tegenstelling tot zijn neefjes en nichtjes die zich op het speelgoed storten.

Hamid is de jongste van een heleboel kinderen. Zijn moeder vertroetelt hem en ondanks zijn 10 jaar wordt hij bij alles geholpen. Hij kan nog niet zelf naar de WC, kan zich niet wassen of aankleden. Er is een plaatsje voor hem in een speciale onderwijsklas, maar zijn ouders vinden het teveel moeite om hem te brengen. Meryam begint de familie in duidelijke taal de oren te wassen: “Wat willen jullie straks? Nu is hij 10 jaar maar gaan jullie zijn billen ook nog afvegen als hij 20 is? En wat als jullie moeder er straks niet meer is – moge Allah haar nog een heel lang leven geven – wie gaat hem dan wassen? Waarom brengen jullie hem niet naar school? Waarom behandelen jullie hem als een baby? Wie gaat er straks voor die grote baby zorgen?”

De moeder van Hamid hoorde pas na 7 maanden dat haar baby iets mankeerde. Ook zij vertelt dat door de schok haar melkproductie stopte. Ze vernam het slechte nieuws, net als de andere moeders die ik sprak op zo’n onaangename manier van een verpleegster, dat ze alles deed om die verpleegster voortaan te mijden. Ze werd letterlijk misselijk als ze haar zag. Maar het dorp is klein en ze kwam de vrouw steeds tegen bij de hammam (badhuis). Daarom heeft haar man speciaal een badkamer laten bouwen in huis zodat ze niet meer naar de hammam hoeft om zich te wassen.

Hamid komt langzaam tevoorschijn. Als we later in de hal van het huis gaan ballen en springen, doet hij enthousiast mee. Ook Hamid kan niet praten en kent zelfs de namen van zijn familieleden niet allemaal. Toch lijkt het me een jongen die best heel wat kan leren. Als ik iets voordoe pikt hij het redelijk snel op. Ik zou hem graag in het project opnemen, maar ben benieuwd of zijn ouders mee gaan doen.

In verband met privacy zijn de namen van de kinderen veranderd