2 mei 2015
Het team van Ibtisama werkt keihard met een bijzonder moeilijke doelgroep. Ze maken ontzettend lange dagen en hebben geen ondersteuning of coaching. Dat is voor een groep vrijwilligers niet makkelijk.
Een van de dingen die we daarom deden was de twee vrouwen die hier samen de kar trekken, een dagje mee op stap nemen. Dat was een mooie gelegenheid om te ontspannen en de prachtige rozenvallei te bezoeken, die nu geheel in bloei staat. Maar het was ook een gelegenheid om wat dingen uit te spreken naar elkaar en om samen te spreken over het aansturen van het team van vrijwilligers.
Deze vrouwen hebben geen bestuurlijke ervaring en intussen hebben ze een succesvol project opgezet. Er wordt een centrum gebouwd, er zijn besprekingen met de gemeente en provincie, er worden nieuwe kinderen aangemeld en intussen gaat het gewone werk en gezinsleven ook door. Dat leidt gemakkelijk tot spanningen en het was nuttig om het daar eens over te hebben. Dat was een belangrijke en boeiende culturele uitwisseling, want ook dat is het delen van kennis en ervaring. Wij Nederlanders zijn natuurlijk erg direct en bovendien geschoold in polderen en samenwerken. De vrouwen die Ibtisama aansturen, communiceren op een heel andere manier met elkaar. Dat was voor ons allemaal boeiend en leerzaam. Ik werd getroffen door hun warmte, hun onderlinge band en hun enorme gedrevenheid. Wij kunnen wel goed polderen, maar tegelijkertijd zijn we erg zakelijk geworden en zeker in de zorg komen we óm in de administratieve en organisatorische obstakels die betrokkenheid bemoeilijken.
De vrijwilligers van Ibtisama krijgen een kleine vergoeding voor hun werk. Daar draagt stichting Nour aan bij. Die vergoeding is nauwelijks genoeg om elke dag de bus van te betalen, laat staan dat ze er wat aan over houden. Toch maken ze lange dagen zonder pauzes en assisteren ook nog bij weekendactiviteiten zoals marathons en optredens. Ze zorgen dan een hele dag of avond voor de kinderen, verschonen luiers, rennen mee, klappen, troosten, helpen, sjouwen … En toen een van vrijwilligers een ziek familielid bleek te hebben en geld nodig had, stonden verschillende anderen hun gehele maandtoelage aan haar af.
Kortom, daar kunnen wij weer wat van leren. Intussen werkten wij met hen aan het vergroten van samenwerking, taken verdelen, een rooster voor de dag en geregeld overleg. Dat bracht rust en leidde direct tot resultaat bij het werken met de kinderen. Dankzij een betere taakverdeling was er meer ruimte om verschillende (niveau)groepjes tegelijk aan het werk te houden.
Daarover mee in een volgend blog.
Maretha