Maandag 25 juni 2012
De oudervereniging Ibtisama heeft een lijst met 56 kinderen die allemaal in aanmerking komen voor het summerschoolproject. Helaas hebben we in deze pilotfase maar plaats voor 6-8 kinderen. Een druppel op een gloeiende plaat, maar hopelijk een begin van een service waarvan uiteindelijk ook alle andere kinderen gebruik kunnen maken. De leeftijden van de kinderen lopen uiteen van 2-20 jaar. Wij zullen ons richten op kinderen van ongeveer 4-10 jaar. Er wordt wel wat gevraagd van de ouders: ze moeten mee kunnen komen met hun kind (dat wil zeggen de moeders) om samen te werken aan een programma dat uiteindelijk thuis verder vervolgd kan worden en ze moeten de gehele periode aanwezig zijn. De moeders van Ibtisama zijn heel duidelijk. Ik hoor ze aan de telefoon met de ouders spreken en dat laat niets aan het toeval over. Ze zeggen wel eens dat wij direct zijn in Nederland, maar als ik ze zo bezig hoor, dan kunnen ze hier ook heel direct communiceren!Op maandag was er een bijeenkomst die bedoeld bleek te zijn om een selectie te maken. Dat bracht mij in een hele ongemakkelijke positie. In het kleine pand van Ibtisama verzamelden zich in een mum van tijd ruim 20 moeders met kinderen met uiteenlopende handicaps en van alle leeftijden. De kinderen speelden met LEGO, de moeders vertelden me allemaal hoe zeer ze hulp nodig hadden. Gelukkig begrepen de mensen van Ibtisama ook wel dat ik daar niet ter plekke kon aanwijzen wie wel en wie niet mee kunnen doen. Na broodjes en thee ging men dan ook weer naar huis en hebben wij rustig de lijst doorgenomen.
Vanaf dinsdag ben ik iedere dag op huisbezoek gegaan bij een kind. Tot nu toe heb ik vier kinderen met Down syndroom bezocht en morgen naar een kindje met mogelijk autisme. De huisbezoeken zijn heel boeiend en belangrijk voor mij omdat ik mij zo een beetje een beeld kan vormen van de situatie waarin de kinderen wonen en de familie bij wie ze opgroeien. Overal word ik onthaald met thee, cakejes, en als ik niet af en toe ‘nee’ zeg ook overal met een volledige maaltijd. Bij elk gezin viel me op hoeveel zorg ze hebben voor het kind met de handicap. Bij deze gezinnen worden de kinderen niet verborgen voor de omgeving. Integendeel, mede dankzij de activiteiten van Ibtisama sporten ze, spelen buiten en sommigen gaan zelfs naar speciaal onderwijsklasjes.
Die bestaan pas sinds heel kort en hebben slechts ruimte voor een klein aantal kinderen. Ik ben superblij met deze ontwikkeling want uiteindelijk was dat ook wat wij met stichting Nour wilden gaan ondersteunen. Dat geeft aan dat het echt zo is dat de overheid werk wil maken van onderwijs voor kinderen met handicaps. Op dit moment is er echter veel kritiek van ouders op deze klasjes. De expertise is nog niet zo groot dus de twee kinderen die ik nu bezocht heb en die een jaar les hebben gehad in deze klasjes zijn het afgelopen jaar achteruit gegaan in plaats van vooruit. Er is dus werk aan de winkel om hier samen verbetering in te brengen.